Eke Hofstra - Kindertransport

Opgetekend door Eke Hofstra 

1944-'45 De Hongerwinter.

De Duitsers wilden de Nederlanders dwingen zich over te geven door eten en drinken, brandstof en elektriciteit op rantsoen te zetten. Zelfs in de gezinnen van de NSB'ers werd honger geleden. (De NSB, Nederlands Socialistische Bond geloofde de nazibeloften en steunde ze, in de hoop het na de oorlog beter te hebben.) Hofstra was inmiddels deel gaan uitmaken van de Amsterdamse ondergrondse verzetsbeweging.

Deze was gewaar geworden dat de NSB'ers de Duitsers hadden gevraagd om toe te staan dat zij hun kinderen naar Friesland zouden transporteren, omdat daar nog wel en goed te eten was.De Duitsers gaven hun toestemming op voorwaarde dat ze geen gebruik zouden maken van de Duitse transportmiddelen, want die moesten de Duitsers zelf paraat houden voor hun leger. De Catharina gold nog steeds als een Duits transportmiddel, maar was niet meer als zodanig te gebruiken, met zijn drie ruimen halfvol water, dachten de Duitsers.

Hofstra had het water niet uit de ruimen gepompt, want als hij dat zou doen dan werd het schip weer in beslag genomen. Doch als hij het schip wel leeg pomte, was het na het drogen van de natte ruimen, weer normaal te gebruiken. De ondergrondse wist dat en beraadslaagden een plan. De NSB'ers zochten een transportmiddel om 200 kinderen te vervoeren en ja, de verzetsbeweging wist er een. Er waren ook kinderen van niet NSB'ers die honger hadden.
Als er 200 kinderen getransporteerd konden worden, dan konden er ook meer vervoerd worden. De ondergrondse benaderde Hofstra met de vraag of dat hij er aan mee wilde werken om met de Catharina honderden kinderen naar Harlingen te brengen. In eerste instantie zag hij het helemaal niet zitten. Er kwam zoveel bij kijken om dat voor elkaar te krijgen en dat in deze oorlogstijd waar zoveel schaarste was. 'Zeg maar wat je nodig hebt, dan zullen wij er wel voor zorgen' zei men. 'Wel als jullie denken aan de benodigdheden te kunnen komen, dan wil ik wel meewerken.' zei hij. Er werd een hele ondergrondse organisatie op touw gezet. Er werkten aan mee; Het Leger des Heils, de directeur van het Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart (Gerben de Jong), de gezamenlijke ondergrondse protestantse kerken, (dominee Buskes), Wijsmuller sleepboten en vele anderen.
Er kwam benzine om de Catharina met de motorpomp leeg te pompen. Uit de scholen werden de kolenkachels gehaald en in ieder ruim werd een kachel geplaatst. (Er werd geen les meer gegeven omdat veel onderwijzend personeel als dwangarbeider op transport was gesteld, of ondergedoken zat.
En ook omdat er geen brandstof voor de kachels meer te krijgen was, waardoor iedereen in de kou zat.) Een boer zorgde voor hooi om in de ruimen te leggen, zodat de kinderen er in konden slapen.

Het Leger des Heils bracht zakken pannenkoekenmeel en stroop aan boord, zodat de kinderen onderweg te eten hadden. Wijsmuller zorgde voor een sleepboot. Maar het grootste probleem was, hoe aan steenkolen te komen om de stoomketel van de sleepboot te stoken. De sleepboot zelf kon niet genoeg kolen in zijn bunker opslaan om de hele reis te volbrengen. Hofstra had daar ruim 1 (het voorste laadruim van de Catharina) voor ter beschikking gesteld, zodat de boot onderweg gebunkerd kon worden. Nu werden de NSB'ers benaderd voor de nodige steenkolen, die de Duitsers ter beschikking moesten stellen. Het was in het belang van hun kinderen, ze moesten er zelf ook wat voor doen, maar ze mochten niet weten dat er ook kinderen van niet NSB ers mee gingen. De kolen die er waren werden zeer streng bewaakt want de hele stad zat in de kou. De Amsterdammers probeerden op alle mogelijke manieren om er aan te komen, daar hadden al heel wat mensen het leven bij verloren. (De Duitsers schoten op iedereen die bij de kolen in de buurt kwam.) De NSB'ers zagen kans om een paar Duitsers om te kopen, zodat ze de nodige steenkool (tegen woekerprijzen) konden kopen. Maar zij wisten niet van het bestaan van de overige ondergrondse organisatie. Om verraad te voorkomen had men ze dat maar niet verteld. De sleepbootkapitein wist wel hoeveel hij nodig had om naar Harlingen heen en weer te varen.

Maar hij wist niet of hij in Friesland wel steenkool kon krijgen, dus zorgde hij dat er ook kolen genoeg waren om terug te kunnen varen. Op dekschuiten werd de steenkool door de NSB'ers aangevoerd en met handkracht met emmertjes in ruim 1 geschept. Nu kon de sleepboot gebunkerd en de kachels gestookt worden. De NSB kinderen werden door medewerkers van het Leger des Heils aangevoerd en door de NSB'ers geregistreerd. Het waren er ongeveer 200. Ze hadden een koffertje bij zich en een labeltje aan een touwtje om hun hals met hun naam en de naam en het adres van hun ouders er op. 's Nachts werden er nog eens ongeveer 400 kinderen door het Leger des Heils en andere vrijwilligers gebracht. Op hun labeltje stond alleen maar hun naam, verder niets. (Het mag een wonder heten, hoewel er zo veel mensen aan mee deden en er dus vanaf wisten, het toch niet aan de Duitsers verraden was.)

De volgende dag ging de Catharina varen, er gingen Duitse soldaten mee en nog een paar NSB'ers, mannen en vrouwen, die toezicht moesten houden. Ook Gerben de Jong voer mee en mensen van het Leger des Heils. De tocht ging over het IJsselmeer. Toen de Carharina in een van de Oranje sluizen lag, moest de lijst met namen van de kinderen en bemanning gecontroleerd worden en dan zouden de Duitsers zien dat er veel meer kinderen aan boord waren. Opeens werd er alarm geslagen door de Duitsers die de sluis bewaakten. Een schipper van een van de andere schepen had koffie gesmokkeld en dat was ontdekt. De man werd gearresteerd. Intussen was men begonnen met het schutten en toen de deuren aan de IJsselmeerkant open gingen, trok de sleepboot de Catharina gewoon de sluis uit, zonder gecontroleerd te zijn. Op het IJsselmeer keek Hofstra veel achterom om te zien of er geen Duits patrouillevaartuig aan kwam om alsnog de kinderen te controleren, maar er kwam er geen. De kookkachel werd opgestookt, beslag werd gemaakt en er werden pannenkoeken gebakken. Dat ging de hele dag door, want om 600 hongerende kinderen te eten te geven, dat duurt wel even. Truus, de dochter van Hofstra 14 jaar oud, was ook aan boord. Zij heeft tot diep in de nacht aan een stuk door pannenkoeken staan bakken. De volgende morgen kwam de sleepboot langszij, de kolen waren bijna op. Iedereen die kon, inclusief bewakers, hielp mee om met emmers de kolen van de Catharina aan boord van de sleepboot te brengen. Na de boot gebunkerd te hebben, ging het weer verder. Het was inmiddels avond geworden toen de sleepboot de Catharina de Lorenz-sluis bij Kornwederzand, in trok. Hofstra ging met de begeleidingspapieren, (de 'fharschein') waar 200 kinderen op stonden geregistreerd, naar het sluishokje.

De Duitser die daar toezicht hield, wilde al de kinderen gaan tellen. Hij kwam aan boord, legde een luik open en keek in het ruim. 'Hoe wil je dat gaan doen' vroeg Hofstra, 'die kinderen lopen straks allemaal door elkaar, nu slapen ze nog.' Hij wilde ze een voor een van boord laten gaan en kijken of hun naam op de lijst voor kwam. Hij stond met de revolver op Hofstra zijn borst. Als bij ingeving zei Hofstra; 'Toen na de oorlog (eerste wereldoorlog) er zo veel kinderen uit Duitsland naar Nederland kwamen, omdat ze thuis niets te eten hadden, hebben wij ze toch ook niet geteld.' De Duitser trok wit weg, vloekte en zei dat hij door kon varen. (Waarschijnlijk was hij zelf een van de kinderen die in 1919 door de honger naar ons land waren gekomen.) In Harlingen aangekomen werden ze door een massa mensen opgewacht. Met paard en wagen stonden ze op de kinderen te wachten. Allemaal mensen die de kinderen wel een goed tehuis wilden geven. 'Oh, geef mij die kleine maar, die vind ik wel leuk.' en 'Nee, niet die grote, die eet te veel.' werd er geroepen. Het was net of het om vee ging.

De gezamelde kerken, protestantse en katholieken, hielpen samen met het Leger des Heils mee om te zorgen dat ieder kind onderdak kreeg. De jongste was 6 maanden oud en de oudste 14 jaar. Het is allemaal goed gekomen.

DE TERUGREIS

Dezelfde sleepboot trok de Catharina weer terug naar Amsterdam. Geladen met vooral aardappels, maar ook groente, fietsen, pakken en dozen met van alles en nog wat, dat de Friese boeren hadden meegegeven voor de gebrek lijdende Amsterdamse bevolking. Ze bedoelden het goed, maar er waren er bij die oh zo dom waren. 'Schipper mag deze zak met aardappelen ook wel mee voor mijn zwager in Amsterdam.' vroegen ze waar de Duitsers bij waren. Het ging Hofstra aan zijn hart, maar hij moest 'nee' zeggen, anders hadden de Duitsers hem opgepakt. Als de boeren niets hadden gezegd en de zak gewoon bij de anderen neer gezet, was er niets aan de hand geweest. Dan was de zak gelijk met alle anderen op het adres gebracht die op de label stond aangegeven. Het schip kreeg een 'fharschein' mee waarop stond dat het een leeg schip was, voor de terugweg naar Amsterdam. Daar hadden de NSB'ers voor gezorgd. Op vertoon van dat papier kon hij zo door de sluis in Kornwederzand en de Oranjesluizen.

In Amsterdam heeft dezelfde ondergrondse organisatie er voor gezorgd dat alle goederen op het juiste adres kwamen. Behalve een fiets, die moet gestolen zijn door iemand die ook meegevaren was. De rest steenkolen die nog aan boord was kreeg de sleepboot-kapitein. 'Man wat heb ik jou bewonderd' zei de directeur van het Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart, Gerben de Jong, na afloop tegen Hofstra. 'Dat je dat zo lang hebt uitgehouden, je hebt heel de reis geen oog dicht gedaan.' En dat was ook zo, want aan slapen was hij nauwelijks toegekomen. Na de oorlog heeft men Hofstra voorgedragen om geridderd te worden in de orde van de Nederlandse Leeuw. Dat heeft hij geweigerd. 'Dan moet je al die mensen die er ook bij betrokken waren ook een lintje geven,' vond hij. 'Niet mij alleen.

Als ik niet geholpen was door de helpende hand van Hem daarboven, had ik dit nooit kunnen doen. Hoeveel wonderbaarlijke dingen zijn er wel niet gebeurd om dit mogelijk te maken.' Ja werkelijk, Eke Hofstra was een gelovig man, geboren te Gorichem op 27-11-1905 en overleden te Sneek op 13-10-1995.