Peter Bodenstaff
Via Caro Bodegom Weitering kregen wij onderstaand verhaal doorgestuurd. Het gaat om het verhaal van de broer van een vriendin van haar, beiden wonen in Amerika, maar zijn uit Nederland afkomstig. Het verhaal en de foto's zijn wederom een bijzondere blik in de geschiedenis. De heer Bodenstaff was ten tijde van het schrijven van het verhaal nog in leven, nu helaas niet meer.
Door Mats Ros, namens Stichting Behoud Oorlogsherinneringen.
Oorlogskind in de Leeuwenbekstraat, Bergen
Peter Bodenstaff, nu 84, is op 8 december te gast in de Bergerhof. Maar eerst nog een kleine stap daarvoor. Zijn vader, moeder, Peter en de zussen Mary en Tineke zijn namelijk de eerste bewoners van Leeuwenbekstraat 31. Zijn vader komt van Leiden en werkte als leraar autotechniek op de Ambachtsschool aan de Bergerweg waar nu het archief en de kunstuitleen gevestigd zijn. De familie Bodenstaff woonde in Egmond aan Zee, maar ze moesten daar weg wegens de aanleg van de Atlantikwall. Peter herinnert zich de oorlogsperiode in de Bergerhof als een avontuurlijke, angstige en armoedige tijd. Hij vertelt er uitgebreid over.
Zijn vader is erg technisch. Op hun dak hadden ze een windpropeller voor stroom, zodat ze licht hadden en ook op de Ambachtsschool kon hij zijn accu opladen. Zo was er thuis altijd stroom voor verlichting. Op de zondagen maakte zijn vader voor de hele buurt olielampjes: jampotjes met een lont erin. De olie haalde hij uit blauw maanzaad dat hij zelf perste. zondags met een draaibank in de Ambachtsschool. Tijdens dit persen luisterden Peter en Mary naar een hoorspel: 'Ome Keesje' op de radio.Zijn vader zat ook bij het verzet, had een colt, een seinpistool en een radio. Voor het verzet hielp hij met steenkool stelen en hij spioneerde voor hen. Zijn zusjes - Mary en Tineke - hadden witte bloesjes aan van parachutestof, gemaakt door de kleermakerij van de Ambachtsschool. Die witte parachutestof was afkomstig van een geheim agent die gedropt was in het gebied om een wapentransport te regelen (Stenguns en dergelijke)."Ook kregen wij een overlevingspakket van die agent met een heleboel lekkere dingen zoals chocolade en koek. Wij kregen veel bezoek uit Leiden, omdat daar familie van ons woonde. Als er een razzia kwam, werd een jongeman snel verscholen op de onbetimmerde vliering waar planken waren neergelegd. De soldaten kwamen in huis, keken alleen beneden om zich heen. Ze zochten gelukkig niet echt. Tevens werden ze afgeleid omdat iedereen, we hadden 3 gasten, persoonsbewijzen moesten laten zien en ze moesten verklaren wat ze kwamen doen."'Aardappelen halen bij de boeren en overnachten vanwege de spertijd' was het antwoord. Dat vonden de soldaten goed en ze gingen weg. De vliering die bereikbaar was via een bijna onzichtbaar luik, in een kast, in de grote slaapkamer, hadden ze niet gezien. Ook de radio die verstopt zat onder de loze ruimte in de kast hadden ze niet ontdekt.
Avontuurlijk
Met zijn vriendje Frans Schuursma, die nu op een woonboot in Parijs woont, speelde hij oorlogje in de zandkuil voor Hoogenstraten. De vliegtuigjes maakten ze zelf. In een holle sleutel stopten ze bijvoorbeeld ook lucifer koppen. Als je de holle sleutel met een pen erin met een touwtje tegen de muur liet ketsen, dan ontplofte de luciferkoppen en dat gaf een geweldige knal. Ook bemachtigden ze een stuk carbid dat ze tussen de conservenfabriek en de Leeuwenbekstraat in de sloot gooiden. Daar kwamen met veel gesis hoge vlammen uit. De buurtbewoners waren in paniek, de brandweer kwam erbij, maar gelukkig was er geen verdere schade. Peter vertelt het met glinsterende ogen van plezier. Een vrachtauto met kolen en briketten kreeg op de Kruseman van Eltenweg, bij de Leeuwenbekstraat, een lekke band. De chauffeur vertrok om hulp te halen en de kinderen werden erop afgestuurd door de ouders. Peter wist nog een stel briketten naar huis te brengen. Echter gingen de meeste kinderen briketten stapelen. Toen kwam de chauffeur terug en vorderde de stapels brikketten weer in. Om zijn bevel kracht bij te zetten schoot hij zelfs op de stenen, vlak voor de voeten van de kinderen. Verschillende kinderen werden toen in hun armen en benen geraakt door de rondvliegende stenen splinters. In het kanaal bij het Afgesneden Kanaalvlak lagen rijnaken met een heleboel fietsen en radio's erin. Peter en zijn vriendjes gingen er wel eens gluren. "We klommen ook over het hek bij het station om op het perron oude kaartjes te pikken" zegt Peter, daar speelden ze dan mee.
Angstig
De razzia's in de wijk hakten erin. "Je werd gewaarschuwd je te verbergen want alle mannen van onder de 40 namen ze mee." Na een waarschuwing voor een razzia van het verzet, stond Peter boven voor het raam te kijken of de soldaten er aan kwamen. In de Leeuwenbekstraat woonde ook een NSB'er. "Daardoor moest je extra opletten. Hij kreeg wél groenten geleverd en de anderen niet" aldus Peter. De vader van Peter werd een keer onderweg naar de Ambachtsschool voor controle aangehouden toen hij zijn Ausweis niet bij zich had. Een Ausweis was een vergunning om te werken; daarmee kon je gedwongen tewerkstelling in Duitsland voorkomen. Gelukkig zag Peters vader één van zijn leerlingen die razendsnel de Ausweis thuis ophaalde. De auto stond al klaar om hem mee te nemen toen net op tijd het document kon worden getoond. Erg beangstigend waren ook de honderden Engelse vliegtuigen die 's nachts laag overvlogen om de Duitse steden te bombarderen en daarna terugkeerden naar het westen. Peter herinnert zich het vreselijke gezoem van die vliegtuigen. "We leerden hoe we moesten verduisteren. Vanaf acht uur was het spertijd en mocht je niet meer naar buiten."
Armoede
Vooral tijdens de hongerwinter was het een tijd van armoede en gebrek. Alle bomen verdwenen in de kachels. Dat gebeurde ook met palen die het Vliegveld Bergen moesten beschermen. Afzagen, meeslepen en dan via het kelderraam in delen zagen. "Mijn zusjes zouden wat melk halen bij inlevering van schillen voor het vee bij de boerderij bij de molen. Ze kregen wei, de minste melksoort. Mijn moeder is verhaal gaan halen en kreeg uiteindelijk echte melk. Ook moesten we een keer naar het slachthuis (waar nu de rechtbank staat) om een kommetje soep te halen. Die kregen we ook, lekkere soep. Wellicht had mijn vader er kennissen. Het eten van de gaarkeuken van Hoogenstraten was onvoldoende en erg slecht met de bloembollen die erin zaten. Tegen de honger kauwden we ook op zuring. Een keer mochten we een paar dagen met naar een boerderij in De Stolpen om aan te sterken. De boerderij was van de familie Boots." De vader van Peter had een leerling, Arie Boots (die later op het Scharloo een Citroën garage/dealerschap had) en regelde dat de kinderen daar een tijdje konden verblijven. "We kregen er heerlijk eten zoals sla, eieren en roomboter." vertelt Peter.
Na de oorlog
Na de bevrijding met de voedseldroppings was het leven veel rustiger. Grote indruk maakte de verdrinking van een baby, dichtbij de Kruseman van Eltenweg. Het kindje werd in het water gevonden door zijn moeder. Het gezin Bodenstaff wilde terugverhuizen naar Egmond aan Zee. Al het houtwerk in hun huis was verdwenen. Daarna konden ze er toch niet in want burgemeester Niele had hun huis aan zijn huishoudelijke hulp vergeven. Ze gingen wonen in het zomerhuis in de achtertuin en konden pas veel later in hun eigen huis. Peter ging naar de mulo en in Hilversum de radioschool. Daarna ging hij in militaire dienst waar hij bij de luchtmacht in Soesterberg vele elektronicacursussen volgde. Hij werkte onder meer bij Radio Buisman aan de Laat, Philips en de UvA, steeds in de elektronica. Met de eerste PC's van Commodore en Apple heeft hij nog gewerkt. Peter is nu nog steeds erg fit, fiets elke dag op zijn racefiets een rondje van 15km. Met zijn vrouw woont hij in een appartementencomplex aan het Plein in Bergen, waar hij lid is van de Technische Commissie.
Irene Annegarn en Karel Beentjes
Wij danken de heer Bodenstaff, de interviewers, en de mensen die dit verhaal en de foto's tot bij ons hebben gebracht.
Dit verhaal hebben we ook op onze facebookpagina geplaatst. Zie hier de reacties op dit verhaal.