Willem ’t Hart

Onderstaand de tekst van de indringende  brief die Willem ’t Hart heeft verstuurd naar zijn familie in IJmuiden. Willem van 25 februari 1919, was dienstplichtig militair gelegerd in IJmuiden en hij schreef de brief begin mei 1940, vlak voor de inval van de Duitsers. De brief wordt integraal gepubliceerd en geeft een goede indruk van de tijdsgeest

 

Lieve ouders broer en zusters,

 

Met deze laat ik u weten dat ik nog gezond ben en ik hoop voor jullie ook nou wat zeggen we der van het ziet er mooi uit vinden jullie niet maar we zullen hopen dat we het zoo uit kunnen houden tot nog toe gaat het best maar je weet niet wat je krijgt maar maken jullie je over mij maar niet ongerust want met mij gaat het best ja ik heb al heel wat mee gemaakt de eerste ochtend toen zat ik alleen hier in duin en ik maar schieten met me geweer nou hou op en ik ben op de pier geweest daar is een bom op gevallen en der zit een best gat in de Npier en toen de Engelsche jager binnen kwam toen zaten we met de motor sloep in de pier de sloep van ons zat onder het buis water maar we zijn er goed af gekomen gelukkig je raakt er van zelf aan gewend aan die bommen en vliegtuigen maar ik ben benieuwd hoe jullie het maken als jullie kunnen dan moet je me goed inpakken en een brief er in en 2,50 als het kan want wanneer of wij hier geld krijgen dat weet ik niet maar dat doen jullie wel hé en dan moet je het naar het bootje brengen en aan de jongen geven die het bootje bestuurt maar eerst vragen of hij naar ons gaat en anders geeft u het aan een matroos die naar het batterij schip gaat ma waarde ouders broer en zusters meer weet ik niet want ik moet weer op post het is steeds wacht doen en slapen maar als ik kans ziet om aan de wal te komen kom ik wel even naar huis maar dat is gering die kans nou ouders dan wensch ik jullie het beste en laten we maar hopen dat we het winnen maar dat zal wel onze verdediging is goed dat hoor jullie zeker wel nou tot ziens en moeder hou je maar goed hoor ik kom der wel maak je alsteblieft niet bezorgt om mij ik zit hier goed is Leen ook al in dienst of niet schrijven jullie het gauw en verders weet ik niet meer als dat ik jullie het beste wensch hoor dag Vader en Moeder, Janny en Koba dag hoor en als jullie een duitscher zien schiet hem dood of vermoort hem anders doen ze het ons Leen heb je Muntendam al te pakken genomen die facsist  draai die gaste de nek maar om die land verraaiers die boeven nou dag hoor de beste wenschen van mij en maak je niet ongerust over mij dag hoor wil God jullie behoeden waarde familie dag hoor en tot ziens ik moet op post voor het land dag hoor schrijf jullie terug en die rommel naar het bootje brengen ja hè dat doen jullie wel nou dag vader moeder Janny en Koba en Leen.

 

de hartelijke groete van je zoon en broer Wim ’t Hart

 

dag hoor en zal god ons nabij wezen

 

dag

Toen de Duitsers ons land waren binnengevallen had Willem de keuze: overgeven en krijgsgevangene of op het schip naar Engeland stappen. Nadat hij nog wat spullen bij zijn ouders langs kon halen is hij, samen met zijn broer Leen, op het schip gestapt naar Engeland. Daar is hij tijdens de oorlogsjaren ingezet bij de Marine en in de loop van de oorlog bij de Koopvaardij. Pas na de oorlog heeft hij zijn familie weer gezien.