Gerarda de Boer

Opgetekend door Harrie Oud

Onderstaand het verhaal van Gerarda  de Boer uit Koog aan de Zaan. Op jonge leeftijd heeft zij de oorlog bewust meegemaakt . Het heeft  een diepe indruk op haar gemaakt en zij is blij, heel blij dat zij haar herinneringen heeft kunnen delen met oorlogsherinneringen.nl. Alsof er een last van haar schouders is gevallen.  Nog geen jaar geleden overleed haar man, waarmee zij 65 jaar getrouwd is geweest.

 

Het verhaal van Gerarda Maria Libert-de Boer begint in Amsterdam Noord, waar zij in december 1935 werd geboren in Het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis. Gerarda is een kwieke vrouw die zich nog heel goed weet te herinneren wat er tijdens haar eerste 10 levensjaren is gebeurd. Nog altijd gaan haar gedachten naar die roerige oorlogsjaren als de maandelijkse sirenes beginnen te loeien. Haar herinneringen gaan dan met haar aan de loop en dan ziet zij al die nare beelden van toen weer voor zich. De eerste jaren van de oorlog vielen eigenlijk best wel mee, maar daarna gebeurde het regelmatig dat zij door moeder naar binnen werd geroepen omdat het buiten onveilig was. Zij moest dan onder de trap gaan zitten want ”dat is de veiligste plek” zei moeder. De trap zou het langst overeind blijven bij ontploffingen. En als alles weer veilig was gingen de sirenes om dat kenbaar te maken. Haar vriendin Elly van der Meer kwam eens over het Meerpad aanlopen terwijl zij helemaal grijs was van de stof. Zij zat in de kerk toen daar bommen naast  vielen. Ook het klooster werd getroffen en  vele nonnen kwamen hierbij om het leven.  De school die tegenover het huis van Gerarda stond was in beslag genomen door de Duitsers. Het was altijd een komen en gaan van Duitsers daar. De kinderen moesten dus naar een andere school een stukje verderop. Vanwege de ruimte werd besloten om beurten naar school te gaan. In de loop van de bezetting werden  het eten en andere gebruiksartikelen schaarser. “ Alles ging op de bon”.  Het werd van kwaad tot erger in Amsterdam. Gerarda weet zich nog heel goed het moment te herinneren dat zij een stukje brood kreeg van haar vriendinnetje. Zij voelde zich  zo blij en wat smaakte het lekker!! Op een avond was er op straat veel geschreeuw, getoeter en  gehuil van kinderen. Door het lawaai moest de geschrokken Gerarda huilen en haar moeder vertelde dat er een razzia gaande was. Zij legde uit dat de joden met geweld werden opgehaald om ergens anders naartoe te gaan. Laten we maar voor ze bidden, sprak mama zacht. Het overlijden van Gerarda’s zusje Thea in 1944 heeft ook diepe indruk gemaakt. Thea stierf op 16-jarige leeftijd ten gevolge van difterie. Meneer Ten Hope, die tegenover de kerk woonde, heeft ook gezorgd voor spannende momenten.   Hij werd eens  achterna gezeten door de Duitsers. Hij had er wat van gezegd toen Duitsers bij hem in de steeg met wat meiden aan het “donderjagen”  waren. Dat werd hem niet in dank afgenomen en de Duitsers kwamen dreigend naar hem toe.  Dat beloofde niet veel goeds dus  zette hij het op een lopen. Hij kwam bij het huis van Gerarda en bonsde op schuurdeur. Na wat aarzelen deed moeder toch maar open en meneer Ten Hope was voorlopig veilig. Later, na de bevrijding, werden de meiden  van het “donderjagen” met de Duitsers  van huis opgehaald en op straat kaal geschoren  en bespot door een brullende menigte.

 

Naar Brabant

 Het leven in Amsterdam werd steeds moeilijker.  Gerarda werd om die reden gebracht naar een veilige plek buiten Amsterdam.  Het werd het dorpje Casteren in Brabant waar haar oom woonde. Zij kwam terecht in een groot en liefdevol gezin. Het ging daar alles wat gemoedelijker en, heel belangrijk,  er was geen honger!!  

Zij herinnert zich nog goed dat er een varken werd geslacht. Daar hebben ze tijden heerlijk van gegeten. Ook had haar oom een landje waarop hij aardappelen verbouwde. Als je honger hebt zegt Gerarda nu, dan lust je alles. Dan smaakt alles even lekker!! Later in het laatste jaar van de oorlog kwam het front steeds dichterbij Casteren.

Het gezin waarin zij werd opgevangen moest tot drie keer toe verhuizen voor het oorlogsgeweld. De eerste keer naar Hoogeloon. Ook daar konden ze niet lang blijven omdat het te onveilig was. Vervolgens naar Steensel . Daar moesten ze ook snel weg vanwege een grote brand. De brand werd veroorzaakt door soldaten die in een stal lagen te roken. Het geloei van de koeien en het gehinnik van de paarden die in doodsangst probeerden te vluchten hebben een grote indruk gemaakt op de toen 9-jarige Geralda. Oom Frans is tussendoor nog wel even naar huis in Casteren gegaan om te kijken .

Alle ramen lagen eruit, maar de geit en het varken leefden nog!!  Gerarda had veel heimwee. Zij wilde graag weer terug  naar haar familie en toen de oorlog op 5 mei 1945 was afgelopen dacht zij dat zij haar ouders snel terug zou zien. Dat was ijdele hoop. Er waren geen treinen. Geen post en ook geen telefoon.

Met de enige auto uit het dorp reed zij naar Eindhoven en vervolgens met een schuit naar Amsterdam. Zij had zich nog nooit zo gelukkig gevoeld toen zij eindelijk thuis kwam in Amsterdam. Er werd gedanst en gezongen. Heel Amsterdam vierde de bevrijding uitbundig . Gerarda voelde zich direct weer veilig en zij kon haar leven weer oppakken.