Oda van Ginneken

Opgetekend door Samantha Vos

Geboren op 9 mei 1940 te Den Haag (net een paar uur voor het binnenvallen van Nederland). 

In een kraamkliniek in Scheveningen kwam Oda ter wereld een paar uur voor het binnenvallen van de Duitsers van vliegveld Ypenburg, daar vlakbij. Net na haar geboorte werd iedereen geëvacueerd naar de kelder vanwege een mogelijk bombardement. De baby’s kregen armbandjes om te voorkomen dat er kinderen werden verwisseld, maar zoals je je voor kan stellen was er veel paniek en angst. 

‘Mijn ouders hadden elkaar leren kennen op het conservatorium in Amsterdam. Mijn vader studeerde compositie en directie en mijn moeder piano. Mijn vader startte als klankregisseur bij de omroep en we verhuisden naar Hilversum. Muziek leefde bij ons thuis, mijn vader schreef   bijvoorbeeld ook een eigen symfonie en dirigeerde deze bij de opening van de KRO-studio’s in Hilversum. In het begin van de oorlog werden heel gestaag dingen ingevoerd, het sloop er als het ware in. Zo werd de cultuurkamer in het leven geroepen. Iedere schrijver of kunstenaar moest tekenen, want anders mochten ze hun werk niet meer in de openbaarheid uitvoeren. Dit was wel echt een omslagpunt voor de cultuur. Het was een moeilijke beslissing voor iedereen, want als je midden in een oorlog zit, weet je niet waar het naar toe gaat. Mijn vader koos ervoor om niet te tekenen en dook onder voor de Arbeitseinsatz. Mijn moeder nam de zorg voor inmiddels twee kleine kinderen op zich, en er was geen inkomen. Waar ze het van deden weet ik niet, waarschijnlijk met hulp van familie of instanties. Ik was nog erg jong maar kan me vooral de enorme spanning in huis nog zo voor me halen. 

 

In 1943 werd mijn tweede boertje geboren, er waren regelmatig razzia’s en de honger deed zijn intrede. Mijn vader zat op zolder ondergedoken en wanneer de moffen kwamen, moesten we zeggen dat onze vader in Amsterdam was. Die enorme angst die mijn moeder moet hebben gehad en de constante vraag: zullen ze niets zeggen over hun vader op zolder in hun kinderlijke onschuld? Mijn broertje heeft op die manier vermoedelijk een paar keer mijn vader gered. De militair zette hem onder druk en vroeg: "Waar is je vader?" Mijn broertje antwoordde vol overgave: Amsterdam! En daar lieten ze het wonder boven wonder bij. Mijn vader probeerde de tijd wat te doden en schreef een boek over de muziek. De honger in die tijd was verschrikkelijk, we hadden een geit in de tuin waar we nog wel wat melk van kregen. Mijn moeder was graatmager en aan het eind van haar Latijn, ik herinner me nog dat ze op haar fiets met houten banden naar Steenwijk moest fietsen op zoek naar eten. Met haar fietstas gevuld met voedingsmiddelen fietste ze terug, maar in Amersfoort werd ze aangehouden en hebben de moffen alles in beslag genomen. Het enige positieve was dat ze in Steenwijk een ouder, kinderloos echtpaar had ontmoet. Die stelden voor om haar oudste dochter in huis te nemen. Dus daar ging ik met mijn poppenkoffertje gevuld met spulletjes, ik mocht niet te veel meenemen natuurlijk. Ik werd midden in de nacht meegesmokkeld door een vrachtwagen van de omroep. 

Het moment dat ik daadwerkelijk aankwam bij dat echtpaar kan ik nog zo voor me zien. Het was als uit een scène uit het boek van Jane Eyre. Er was een lange trap, de mensen woonden op de bovenverdieping en boven aan de trap in het pikkedonker stond een vrouw in een lange witte nachtpon, met grijze haren die langs haar schouders naar beneden hingen met een kaars in haar hand. Bij dit gezin werd ik goed gevoed (Geklopte eieren met suiker) en kwam weer op krachten. Nog niet eerder had ik zo veel melk gehad, echte volle melk vers van de koe: die overgang was wat groot. Sinds die tijd drink ik ook geen melk meer, tot op de dag van vandaag niet. Mijn oudste broertje ging naar een kinderloos huisartsengezin in Brabant. Op die manier zijn we toch dat laatste jaar doorgekomen. Mijn jongste broertje heeft de grootste klap gehad, die is thuis gebleven omdat hij nog borstvoeding kreeg. Maar er was zo weinig eten dat mijn moeder --- geen voeding meer had, maar ook daar was een oplossing voor. (Oda wijst naar de fles op tafel gevuld met een bos prachtige bloemen). Die fles Benedict werd gevuld met afgekolfde melk langsgebracht. Ik vermoed dat dit soort dingen werden geregeld vanuit de kerk of de huisarts. 

Tijdens de bevrijding ging ik de straat op verkleed als boeren meisje compleet met kapje om feest te vieren. Er kwam een vrouw in een lichtblauw mantelpakje en hakken het erf op. Ik had haar niet direct herkend, maar het was mijn moeder. Na de oorlog kreeg mijn vader van Radio Herrijzend Nederland de opdracht om een  omroepkamerorkest te formeren, waarvan hij een paar jaren dirigent was. Zo kwam alles ---- weer opgang. In 1946 werd mijn zusje geboren. Helaas is mijn vader vrij vroeg overleden. We hadden een hoop gemeen en ik had graag meer tijd gehad om dat samen te ontdekken. 

Of ik veel heb overgehouden aan de oorlog? Ik was nog jong, maar toch is het meer dan je zou verwachten. Tegenwoordig zouden psychologen die eerste levensjaren, denk ik, traumatisch  noemen.  Zo kwam mijn ontwikkeling heel laat op gang. Mijn moeder heeft het altijd erg moeilijk gehad met wat er allemaal gebeurd is en heeft er niet over willen praten, dus wilde ik haar er niet mee lastigvallen, maar nu heb ik spijt dat ik niet méér aan haar gevraagd heb.