Ria Kitselaar
Oorlog in Amersfoort
De trein stopte en de Duitsers deden de schuifdeuren open. Het was werkelijk niet te geloven, maar er kwamen mensen uit die veewagens! Ze werden geschopt en geslagen en moesten zo snel als ze konden doorlopen.”
Afgelopen maand kwamen wij in contact met mevrouw Kitselaar uit Amersfoort. Ze vertelde dat ze ons iets bijzonders wilde laten zien in de woning waar ze als kind de oorlog heeft meegemaakt. Naast deze bijzondere ontdekking wist ze zich ook nog veel te herinneren van de oorlogsjaren in Amersfoort.
“Ik ben op 20 november 1934 geboren in Driebergen. Al gauw zijn wij verhuisd naar Amersfoort waar mijn vader bij de krant de ”Eembode” werkte. Wij gingen vlakbij een groot park wonen waar wij als kinderen naar hartenlust konden spelen. Wij klommen in de bomen, in de winter schaatsen we op de plas en in de zomer hadden we er een moestuintje.
Al snel na de Duitse inval gingen in juni 1940 koffie, thee, brood en bloem op de bon. In juli van dat jaar alle vetten, in september het vlees, in november eieren, koek en gebak. Iedere ingeschreven Nederlander kreeg een stamkaart hetgeen betekende dat onderduikers geen stamkaart hadden. Natuurlijk ontstond er hierdoor een zwarthandel in voedsel. Later in de oorlog was naast voedsel ook brandstof schaars geworden. Wij hadden thuis alleen maar houtkachels en in de koude maanden van het jaar stookten wij veel hout om het enigszins warm te houden in huis.
Toen in 1944 de hongerwinter uitbrak werd het park aan de Roerstraat waar wij in de buurt woonde ”vrijgegeven”. Dit betekende dat je toestemming had om één boom te kappen voor het hout. In werkelijk één nacht is het complete park gekapt. Kinderen werden door hun ouders bij een boom neergezet zodat deze niet door een ander gekapt kon worden. Er is uiteindelijk maar één boom blijven staan. Dit kwam omdat deze net binnen een door de Duitsers afgezet stuk grond stond waar niemand durfde te komen. Deze boom staat er tot op de dag van vandaag nog.
Naarmate de oorlog vorderde werd het bij ons in de omgeving steeds gevaarlijker. Er waren regelmatig bombardementen omdat er vlakbij ons huis een treinwerkplaats was. Hier werden defecte treinen gerepareerd en het was de geallieerde er alles aan gelegen om dit te voorkomen. Mijn vader had daarom uit voorzorg midden in de woonkamer een gat gegraven waar mijn broertje Bart in sliep. Het was simpelweg te gevaarlijk geworden om met zoveel kinderen bij elkaar te zijn.
Op een zekere dag was ik met wat vriendinnetjes gaan kijken bij het spoor iets verderop. Wij gingen daar vaak op de brug staan om te kijken naar de voorbij rijdende treinen.
Bron: oud-Amersfoort
Op die dag zagen wij een soort van veewagen langzaam voorbij rijden en een stukje verderop stoppen. Het viel me op dat er Duitsers stonden te wachten met honden. Sommige hadden zelf een zweep in hun hand! De trein stopte en de Duitsers deden de schuifdeuren open. Het was werkelijk niet te geloven, maar er kwamen mensen uit die veewagens! Ze werden geschopt en geslagen en moesten zo snel als ze konden doorlopen. Het bleken ”gevangenen” van kamp Amersfoort te zijn. Ik snap tot op de dag van vandaag niet hoe mensen zo met elkaar om konden gaan.
Bron: www.nieuwsblad.be
Wij hebben diversen keren onderduikers uit in huis gehad. Onder de zoldertrap had mijn vader namelijk een schuilplaats gemaakt. Deze is er nog steeds en heb ik jullie laten zien. Het is bijna niet te bevatten dat daar soms 2 personen verstopt in zaten.
Bij ons in de buurt woonden veel kapelhanen. Zij wisten vaak bij wie er mensen welkom waren om onder te duiken. Ik wist wel dat ik er niet over mocht praten en voor zover dit kon probeerde ik ze dan ook te ontwijken. Maar dat viel niet altijd mee in één huis. Ik weet nog dat er op een dag een nieuwe onderduiker kwam die uit Kamp Amersfoort was ontsnapt. Mijn moeder heeft zijn gevangeniskleding begraven in de tuin en heeft hem kleding van mijn vader gegeven. Hij heeft later zelfs nog een gedicht aan mij geschreven die ik tot op de dag van vandaag heb bewaard. Ik heb werkelijk geen idee wie deze persoon was en hoe het hem vergaan is. Vaak waren ze zo opeens weer vertrokken, en dan zag je ze nooit meer terug.”
Wij vonden het erg bijzonder de verhalen van mevrouw Kitselaar te horen en om de geheime schuilplaats te bezoeken en te zien dat deze na ruim 73 jaar nog altijd intact is.