Alda van Leeuwen-Strijbosch

Onze vrijwilliger Sjef  Smeets haalde in augustus vorig jaar in haar geboorteplaats Eindhoven herinneringen aan 1940-1944 op bij

mevrouw  Alda van Leeuwen-Strijbosch (1935). 

 

In de oorlogsjaren woonde de familie Strijbosch er in de Sliffertsestraat, slechts twee huizen verwijderd van de Duitse wachtpost bij de slagboom, die toegang gaf tot het Eindhovense vliegveld. 

 

Vader had een tuindersbedrijf. Op een gegeven moment moest hij een stuk grond afstaan, waar de Duitsers barakken op bouwden.

 

Alda was het derde van uiteindelijk zes kinderen in het gezin. Het vijfde kind werd geboren op 30 april 1940, dus tien dagen voordat de Duitsers binnenvielen. En opmerkelijk, de zesde en laatste geinsuitbreiding kwam ter wereld op 21 september 1944, drie dagen na de bevrijding van Eindhoven. 

 

Dat jongste zusje werd overigens geboren bij het ‘licht’ van een zogenaamde knijpkat; een zaklampje waarvan je de stroom met een steeds herhaalde handbeweging moest opwekken. Die beide blijde gebeurtenissen markeerden voor de familie het begin en het einde van spannende jaren.

 

Alda was in de oorlogsjaren tussen vijf en tien jaar oud. Als kind heeft ze niet veel meegekregen van de spanning, die de oorlogstijd meebracht voor haar ouders. Die werden op een gegeven moment gedwongen om een Duits echtpaar op de bovenverdieping te huisvesten. Ons gezin moest met de drie kinderen beneden blijven.

 

Slechts eenmaal was het in Alda’s herinnering nodig om, terwijl de lichtkogels boven ons hingen, naar de schuilkelder bij de buren te gaan. Dat was op 19 september 1944, een dag na de bevrijding van de stad, toen de Philipsfabrieken gebombardeerd werden, waarbij heel veel dodelijke slachtoffers zijn gevallen.

 

Een dag  eerder kwamen de Engelsen vanaf het vliegveld naar ons toe gelopen. Mensen vermoedden dat daar veel te halen was, wat de Duitsers er hadden achtergelaten. Van alles werd er dan ook door de bevolking weggesleept van huisraad tot vee.

 

Mijn vader had er een os meegenomen en bij ons huis neergezet. Op een gegeven moment zag hij iemand met een koe aan een touw voorbij lopen: “onze koe” Nou, dat liet hij niet gebeuren.

 

In 1959 kreeg Alda een dochter, die ze Marianne noemde, naar moeder Marie en schoonmoeder Anne. Maar daar was vader Strijbosch niet blij mee, want de vrouw van het Duitse stel dat bij ons introk heette ook……..Marianne.

 

Bij de opening van het Nat.Lab van Philips in Waalre (1963) door Koningin Juliana en Prins Bernhard werd vader Strijbosch voorgesteld aan het Koninklijk paar. Als gildebroeder-vendelier mocht hij namelijk een demonstratie geven. Het was de Koningin opgevallen, dat er aan de vlaggenstok een zware knop zat. En op haar vraag hoe zwaar die wel niet was reageerde vader Strijbosch met  de historische woorden: “Kwik maar eens even, Majesteit” (“Kwikken” is de Brabantse uitdrukking voor ‘op de hand wegen”).  De Koningin liet zich niet kennen en zei vervolgens tegen Prins Bernhard: “Kwik jij ook eens.” Sindsdien is “Kwik maar eens, Majesteit” bij de familie een gevleugelde uitdrukking, die op allerlei vrolijke momenten gebezigd wordt.

 

Die verhaal hebben we ook op onze facebookpagina geplaatst. Zie hier de reacties op dit verhaal.