Paul Batenburg
Vandaag, 13 februari 2023, halen we in Geldrop een bijzonder oorlogsverhaal op bij Paul Batenburg, geboren in Medan, op Sumatra (Indonesië) op 15 september 1951.
Zijn ouders hadden elkaar daar in 1948 ontmoet toen ze er allebei voor Philips werkten.
Paul is dus bijna twintig jaar jonger dan de meeste van onze oorlogsverhalenvertellers zijn. Maar hij is enorm gedreven en ongelooflijk secuur bezig een bijzonder oorlogsverhaal te ontrafelen met slechts één doel: doorvertellen aan de volgende generaties. Dat is ook precies waar onze Stichting voor is opgericht.
Zijn oorlogsverhaal begint in Nederweert, waar op het Brits militaire kerkhof driehonderddrieënzestig gesneuvelde militairen begraven liggen. Een van hen is Leslie Wallace Harvey. Die zat in 1945 met zes andere mannen in een Lancaster bommenwerper, die door een Duits vliegtuig op 7 maart 1945 om 21.30 uur nabij Schauen (Harz Dld) uit de lucht werd geschoten.
Paul werkte als taalcoach voor Syrische gezinnen in Nederweert en richtte voor hen ook een ontmoetingsplatform op: “Leer Iedereen Nederland Kennen”, LINK. Daar vertelde hij onder andere over het Britse militaire kerkhof in Nederweert. Een van de Syrische mensen, Mahmoud Abo Ali, wilde daar wel mee naartoe. Samen adopteerden ze er in 2021 twee graven. Paul kreeg het graf van de Canadees Leslie Harvey toegewezen.
Leslie is na de oorlog in eerste instantie naar Margraten gebracht. Omdat het geen Amerikaan was, moest zijn lichaam ergens anders naar toe. En dat is Nederweert geworden.
Van jongs af aan was Paul “vlieggek”. Op zijn 15e mocht hij al solo met een zweefvliegtuig de lucht in. Later meldde hij zich ook bij de Luchtmacht in Gilze-Rijen met de wens om straaljagerpiloot oftewel jachtvlieger te worden. Maar dat ging niet door wegens een gehoorprobleem. “Ik had zo graag blijven vliegen. En nu wil het toeval dat ik in 2021 een adoptiegraf krijg van een jongen, die als bommenrichter in een Lancaster bommenwerper heeft gevlogen en op 22-jarige leeftijd is omgekomen”. Wat hierna komt spreekt dus bijna voor zich zelf.
“Het leven van Leslie heb ik helemaal gereconstrueerd: van waar hij is geboren tot en met zijn fatale vlucht in die Lancaster. Ik heb dat vliegtuigmodel goed bestudeerd, alle verslagen en getuigenissen opgehaald. Ik ben er ook achter gekomen waar hij is gecrasht”.
Paul toont een kaartje waarop is aangegeven wat de beoogde vliegroute was en waar ze, niet zo ver van het doel, uit de lucht zijn geschoten. En “natuurlijk” heeft hij ook een afbeelding paraat van het Duitse vliegtuig dat de Lancaster in brand schoot. Hij vervolgt: “En ik weet bijna welke piloot dat is geweest”.
Hoe is Leslie overleden?
“Ik heb het allemaal uitgezocht en zoek nog steeds verder”.
Paul wijst op het vliegtuigplaatje twee kruisjes aan en zegt: “Kijk, de piloot zit links en rechts daarachter de navigator. Zo’n vliegtuig had zeven man aan boord. Een is dood en twee zijn nog steeds kwijt. De vier anderen hebben het overleefd. Die hebben allemaal debriefinggetuigenissen laten opschrijven. Die analyseer ik minutieus. En dan blijkt me dat er iets niet klopt in het verhaal”.
De geallieerden hebben Leslie opgegraven uit een veldgraf en toen “iets” gezien op zijn lichaam, waarop de Canadezen in 1946 een onderzoek hebben gestart naar Duitse oorlogsmisdaden. Het Harz-gebied lag na de bevrijding in de Russische sector. Het onderzoek is volgens een officiële brief van de Canadese regering in Calgary d.d. 9.9.1949 gestopt omdat de Russen geen toestemming meer gaven. Waarom?
“Ik kom er maar niet achter wat ze in dat graf hebben gezien. Ik dacht altijd: “Die jongen is niet omgekomen bij het neerkomen, hij is gefusilleerd”. Maar helaas, het is veel erger.
De vier overlevenden zijn bij hun ondervraging door de Duitsers voorgelogen. Ze hebben hun verteld dat de piloot Cyril John Jones en navigator John Buckmaster goed zijn geland. En dat die er aan komen.
Maar nog meer dingen kloppen niet. Er is een lichaam van Leslie, terwijl de Duitsers hebben gezegd: “Ze zijn allemaal in orde”. Het vliegtuig is niet ontploft. Het is in brand geschoten. Ik heb technisch geanalyseerd hoe je toen uit dat vliegtuig had kunnen komen.
Ik zocht uit wie waar, door welk luik, via welke deur eruit gekund had.
Paul pakt er weer de afbeelding van het vliegtuig bij: “Kijk, hier zat Leslie, daar die deur is in de brand geschoten, waardoor ze er daar niet uit konden en dus het luik moesten gebruiken. Dat was echter maar 60cm breed. Als je daar met je parachute door wilde springen, dan had je een probleem. (In de oorlog is daar al door Lancastermensen op gewezen).
Bij zo’n neerstortende bommenwerper geeft mijn tijdslijn aan dat het moeilijk was alle zeven er uit te krijgen. Mijn verdere naspeuringen leidden tot de conclusie dat die twee jongens nog in dat vliegtuig moeten zitten.
“En dan krijg ik een flashback. In juni 2022 heb ik samen met mijn vrouw en ons 12-jarig kleinkind een oud-collega uit mijn vaders’ legeronderdeel, uit de Indonesische tijd, opgezocht. De man was zesennegentig intussen, maar nog heel helder. Hij was destijds hospik en moest mee met de dokter het veld in om gevallenen terug te halen. Zijn rol was om te noteren wat de dokter opviel aan de lichamen. Dat gegeven bracht mij op de ingeving: Er moet een document zijn: het Death Certificate. Dat blijkt inderdaad bij het Ministerie van Defensie in Canada te liggen. Maar dat krijg ik niet in handen omdat ik geen familie ben. Dus ging ik op zoek naar de familie van Leslie. Intussen heb ik een heel warm contact met een achternicht en met een nicht van hem. Ze zijn verbijsterd over mijn verhaal. We appen met elkaar en doen videobellen. De nicht gaat contact opnemen met het Ministerie van Defensie. En namens mij zoeken ze ook contact met de familie van de twee nog vermiste militairen”.
De nicht belde drie weken gelden en zei: “Paul, het is nog erger dan je al dacht, Leslie is doodgemarteld”. Zij had van een familielid gehoord dat twee mannen, waarschijnlijk twee van de vier overlevenden uit de Lancaster, naar de vader van Leslie zijn gegaan en hem dat hebben verteld.
Toen ik dat hoorde - “tortured to death” - raakte me dat alsof het familie betrof.
“Ik zoek nu uit waar het vliegtuig precies is neergekomen. Daarom heb ik vorig jaar al contact gezocht met de gemeente Schauen in Duitsland. Bij een tweede poging, drie weken geleden, meldde ik dat ik een vliegtuigliefhebber ben en wilde achterhalen waar die Lancaster was neergekomen. Daarop kreeg ik een brief van de burgemeester, die schreef: Ik ga je helpen. Er leven nog mensen uit die tijd en die ga ik aanspreken”. Dat wordt interessant.
Anders dan bij de Engelsen destijds, wist bij de Canadezen de hele bemanning wat het doel van de vlucht was. De dode en de twee vermiste jongens - de bommenrichter, de piloot en de navigator - waren Canadezen. Dus als de Duitsers er een daarvan te pakken kregen, dan martelden ze hem totdat hij ging praten.
“Mijn idee is dat ze Leslie gemarteld hebben tot de dood. Hij heeft waarschijnlijk verteld dat er nog twee in het vliegtuig moesten zitten, de piloot en de navigator”.
“Leslie was lid van het 550 Squadron. Daar is nu een Association van, een soort Stichting. Ik was daar vorig jaar bij een reünie. Er werd getoost op de Queen, op de King of the Netherlands en op mij. En ik werd tot erelid benoemd.
Ik ben toen ook naar het vliegveld bij Hull geweest, waarvandaan Leslie in 1945 is opgestegen. Ook maakte ik er een foto van de startbaan, kijk hier. Daarop zie je een stukje steen liggen met teer er op. Ik heb gevraagd of ik dat mocht meenemen. Kijk die steen dat is deze. (die legt Paul in mijn hand. J.S.)
En als ik met mijn kleinkinderen en op scholen deze oorlogsherinneringen bespreek, dan laat ik ze deze steen zien en zeg ik: Kijk dat is waar Leslie voor het laatst over heen gelopen is, voordat ze op 7 maart 1945 om 16.59 hun take off namen. Toen heeft hij dit stukje beton achter zich gelaten”.
Vanuit de Stichting Oorlogsgraven Nederweert hebben wij daar alle zeven scholen een oorlogsgraf gegeven. Ik ben op vijf scholen bij groep 8 geweest om het verhaal te vertellen, opdat zij dat door kunnen geven. Dat is mijn motivatie.
Interview: J. (Sjef) Smeets
Leslie als 20-jarige (onder) en als 22-jarige (boven), na ongeveer dertig vluchten in een bommenwerper boven Duitsland. Kijk eens hoeveel ouder deze jongen in die twee jaar is geworden.