De heer Sommer
'Moeder had voor zij binnen waren gekomen de distributiebonnen in haar boezem gestoken. Dit vond ze nu te spannend worden en ze ging naar de toilet. Daar heeft ze alle bonnen opgegeten.'
Op 14 juni vorig jaar heeft onze vrijwilligster, en inmiddels benoemd bestuurslid, Ester Sikkenga in Helmond de heer Sommer (1931) geïnterviewd. Meneer is geboren in Emmen en opgegroeid in Erica.
Zijn jongste broer zat in 1940 bij de marine, hij zat in Den Helder en heeft daar hard gevochten. Meneer vertelt dat er thuis eigenlijk nooit over gesproken werd, maar hij wist dat het geen rozengeur en maneschijn was.
In 1943 of 1944, het jaartal weet meneer niet met zekerheid, heeft een van zijn broers het distributiekantoor overvallen. In de avond kwamen Duitse militairen aan de deur. De schrik zat er aardig in! Zijn jongere broertje raakte in paniek en sloeg op de vlucht. Onderweg werd er op hem geschoten en het gezin kon niets anders dan toekijken. Het broertje hebben ze te pakken gekregen en werd vervolgens bont en blauw geslagen.
Toen ze ook de oudere broer mee wilden nemen wilde hun moeder hier tegenin gaan. Ze probeerde alles om ze tegen te houden, totdat een Duitser haar toebeet dat ze "haar kop moest houden, als ze geen kogel erin wilde." Moeder had voor zij binnen waren gekomen de distributiebonnen in haar boezem gestoken. Dit vond ze nu te spannend worden en ze ging naar de toilet. Daar heeft ze alle bonnen opgegeten.
Beide broers zijn vervolgens afgevoerd. Eerst naar het politiebureau, van daaruit naar Kamp Erika in Ommen en vervolgens naar Kamp Amersfoort. Zijn jongste broer was toendertijd 19 jaar en kapper van beroep. Gelukkig maar, bleek toen, want in het kamp was er behoefte aan een kapper. Hij heeft daar mogen werken. De oudste broer is naar de gevangenis in Leeuwarden vervoerd. Hier heeft hij een zware tijd moeten doorstaan, 9 maanden lang.
Meneer vertelt dat hij nooit geweten heeft hoe beide broers weg zijn gekomen uit hun helse verblijfplaatsen. Het enige dat hij zich kan herinneren, was toen de bevrijding er was, beide broers plotseling ook daar waren. Het was feest en nooit meer werd er gesproken over de oorlog bij hun thuis. Er waren teveel trauma's...
Waar meneer wel nog een fijne herinnering aan heeft, zogezegd, is het contact met een goede vriend. In 1942, stond er namelijk een bus voor het parochiehuis in het dorp. Een bus vol met kinderen uit de Jordaan. Ze kwamen om aan te sterken naar het noorden. Zijn moeder is samen met hem ernaartoe gegaan en ze hebben zich ontfermt over een jongen. Tot op de dag van vandaag hebben zij nog altijd met regelmaat contact en is daar een bijzondere vriendschap aan overgebleven.
Dit verhaal hebben we ook op onze facebookpagina geplaatst. Zie hier de reacties op dit verhaal.