Nationaal Monument Kamp Vught
Door: Petra Bontje
Terwijl ik al 18 jaar in Brabant woon, heb ik nog niet eerder een bezoek aan voormalig concentratiekamp Vught gebracht. In januari en april 2024 bezoek ik het museum twee keer: in januari voor een lezing van Rosanne Kropman en in april voor de expositie ‘Kruispunt Vught; 36 nationaliteiten achter prikkeldraad .’ Bij beide gelegenheden bezoek ik ook de vaste expositie van het museum.
Na het zien van een introductiefilm over het kamp, kom ik in een ruimte met uitzicht op wachttorens, een barak en een crematorium. Het terrein is omgeven door prikkeldraad en een gracht die door de gevangenen zelf gegraven is. Voordat ik naar buiten loop, bezoek ik eerst de binnen expositie die via zeven ‘eilanden’ chronologisch en thematisch de periode van anderhalf jaar (jan 1943 - sep 1944) laat zien waarin kamp Vught als concentratiekamp fungeert.
De eerste 250 gevangenen komen vanuit kamp Amersfoort op 13 januari 1943 aan in Vught. Na aankomst moeten ze hun bezittingen inleveren en krijgen ze kampkleding, klompen en een nummer. Een gekleurde driehoek op hun pak gaf hun ‘vergrijp’ aan: een rode driehoek voor politieke gevangenen en verzetsstrijders, een groene voor criminelen, een Jodenster voor Joden. In de vitrine zie ik kaartjes hangen die de gevangenen naar huis stuurden met hun kamp-, baraknummer en locatie (K.L. Herzogenbusch, Niederlande) er op. Via de audiotour luister ik naar opnames met ervaringen van oud-gevangenen. Begin 1943, als de eerste mensen in kamp Vught aankomen, is het kamp een verschrikking. De vaak al verzwakte gevangenen moeten de bouwvakkers helpen het kamp af te bouwen. Er is geen schoon drinkwater, geen ziekenhuis en er zijn nauwelijks medicijnen. In de expositieruimte lees ik verhalen van gevangenen als danseres Roosje Glaser en bokser Ben Bril. Ook zijn er persoonlijke voorwerpen te zien, zoals een popje dat gevangene Riek Snel maakte van haar eigen haar en kampjurk, piepkleine briefjes verstopt in de kurk van een fles, die haar geliefde, Jo Elsendoorn, aan haar stuurt en een portret van een medegevangene geschilderd door Johan van Zweden.
Buitenterrein, Bunkerdrama en het kindermonument
Na de vaste expositie loop ik naar het buitenterrein. De natuurstenen maquette laat zien hoe groot het kamp ooit was. Achter de maquette zie ik een reconstructie van een van de barakken, het crematorium en het monument met de 1269 namen van Joodse kinderen, die op 6 en 7 juni 1943 vanuit kamp Vught op transport worden gezet naar vernietigingskamp Sobibor. Naast gekleurde stenen liggen er vele teddyberen en andere knuffels aan de voet van de bronzen gedenkplaat met hun namen en leeftijden.
In het crematorium is een replica gemaakt van cel nummer 115, waar zich in de nacht van 15 op 16 januari 1944 ‘het Bunkerdrama’ afspeelt, een vergeldingsmaatregel in opdracht van kampcommandant SS-Hauptsturmführer Grünewald tegen een aantal opstandige vrouwelijke gevangenen. Vierenzeventig vrouwen werden 14 uur opgesloten in een cel van slechts negen vierkante meter en onvoldoende ventilatie. Tien van hen vonden die nacht de dood. Ik tuur de benauwde ruimte in en tel de tegels. In het midden staat een vaas met witte bloemen. Buiten hangt een zwarte plaquette met de namen van de tien vrouwen.
Bezinningsruimte en reflectie
Binnen, in de stille, witte bezinningsruimte, gaan mijn ogen langs de namen van de gevangenen die in kamp Vught zijn overleden door executie, ziekte of verzwakking. (Hun biografieën zijn te lezen op de website van het museum.) Ook bekijk ik een aantal filmpjes van mensen die in hun leven voor een dilemma werden gesteld, waarbij ook ik mezelf afvraag: wat zou ik gedaan hebben: vluchten of helpen? Een mooie reflecterende afsluiting van de expositie.
Fusilladeplaats en barak 1B
Op een klein half uur lopen van het museum ligt, verscholen in het bos, de voormalige fusilladeplaats van kamp Vught. Alsof het zo moet zijn, begint het te regenen op het moment dat ik voor het witte gedenkteken sta met de namen en geboorteplaatsen van de 329 mannen die hier in 1944 zijn geëxecuteerd. Mijn ogen zoeken de naam van een van hen, Fritz Conijn, een verzetsstrijder afkomstig uit mijn geboorteplaats Alkmaar.
Ik heb helaas geen tijd meer om barak 1B te bezoeken, de laatste authentieke van alle kampbarakken. Na de oorlog werden de barakken in kamp Vught bewoond door achtereenvolgens collaborateurs (echte en vermeende), Duitse evacués en Molukse KNIL-militairen. Barak 1B is gerestaureerd met behoud van oude onderdelen. Het gebouw staat symbool voor het leven van tienduizenden mensen, die ooit hier in dit kamp, aan de rand van bos en hei, achter prikkeldraad verbleven.
Kijk voor het verslag over de nieuwe expositie in Kamp Vught op https://www.facebook.com/oorlogsherinneringen/posts/pfbid0oPdnxw6MZ1MDpRHcYSgAsj84pnjFiMZvTxesqnX4DoQzfKmy6vSqbNWFMsSM3Af9l
Kijk voor meer informatie over kamp Vught op https://nmkampvught.nl/ontdekken/het-verhaal/vermoord-in-vught/
Foto 1 -Fusilladeplaats
Foto 2- Fusilladeplaats detail
Foto 3- Bagage bij aankomst kamp
Foto 4- Kindermonument
Foto 5- Verhalen oud gevangenen
Foto 6- Wachttoren met prikkeldraad
Foto 7- Kindermonument detail
Foto 8- Kleding gevangene man